In de kerk zitten we niet bij elkaar omdat we samen een bepaald politiek programma hebben ondertekend, maar omdat wij, in Christus, tot elkaar geroepen zijn. Toch kunnen geloof en politiek handelen niet van elkaar worden losgekoppeld. Christelijk geloof kan geen scheiding maken tussen geestelijke en materiële zaken. God is vlees geworden in Jezus om zo het dagelijks leven met ons te delen. Het “Onze Vader” dat Jezus ons geleerd heeft, gaat over zowel geestelijke als materiële zaken, zoals ons dagelijks brood en de vergeving van schulden.
Zo start de gespreksnotitie ‘Kerk en Politiek’ die samengesteld is door de werkgroep Kerk in de Samenleving in samenwerking met de commissie vorming. Een brochure die iedereen deze zou moeten lezen. Niet om een pasklaar antwoord te bieden maar wel om het gesprek hierover in onze kerk mogelijk te maken. In deze brochure vindt u een aantal gespreksvragen die het gesprek hierover kunnen voeden.
Bijvoorbeeld op een
- kerkenraadsvergadering als inhoudelijk deel van de vergadering. De vragen achterin de brochure zijn dan een goede leidraad.
- gespreksavond voor de gemeente. U kunt bijvoorbeeld Rob van Drimmelen uitnodigen. Hij heeft de brochure grotendeels geschreven en is graag bereid met de gemeenten hierover in gesprek te gaan. Neem hiervoor contact met ons op.
- Een meer ludieke vorm is die rond concrete politieke vraagstukken als migratie en klimaat in de vorm van een Praatcafé.
Wilt u een handreiking voor een goed gesprek in de gemeente. Dan zij hier nog eens wat vuistregels voor het slagen van een goed gesprek.
- Zorg voor een veilige situatie:Geef iedereen de gelegenheid om aan het woord te komen, maar geef ook gelegenheid om te zwijgen.
- Laat de deelnemers spreken namens zichzelf. De zinnen beginnen met ‘ik vind…..’ of ‘ ik voel…..’.
- Geef het gesprek de kans om op gang te komen. Probeer als gespreksleider het voorbeeld te geven door informatief door te vragen en stimuleer ook dat de deelnemers elkaar vragen stellen.
- Laat elkaar uitspreken en las in een verhit debat de regel in dat voor je begint te spreken, eerst even kort herhaald moet worden wat de ander heeft gezegd.
- Doe ook als gespreksleider mee en wees authentiek bij het antwoord geven.